Concertarchief



  • Museumconcerten 1964-1965

    (Tekst uit brochure 'Passieconcert' Museumconcerten 1964-1965, dinsdag 13 april 1965  20 u.)  

    Auditorium Provinciaal Gallo-Romeins Museum Tongeren
    Medewerkers: Het Bilzers Gemengd Koor o.l.v. E.H. Achille Gathy

    Het Concertino 'Jean-Baptiste Loeillet', bestaand uit Henning Nordmeyer (Viola da gamba), Mia Loose (blokfluit), Raymond Schroyens (cembalo).
    Concert in samenwerking met Gewestelijke Omroep Limburg.


    Het Bilzers Gemengd koor gaat naar tweede lustrum

    Bij zijn benoeming tot kapelaan te Bilzen in 1954, nam E.H. Achille Gathy ook de leiding van het plaatselijk kerkkoor over. Twee- en driestemmige missen voor mannenkoor werden ter hand genomen. Daar men inzag dat de mogelijkheden van een mannenkoor uiteindelijk beperkt waren, werd in de lentemaand 1956 het “Bilzens Gemengd Koor” opgericht. Het eerste optreden van de nieuwe groep had plaats ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe kerkorgel in augustus van hetzelfde jaar.

    Aanvankelijk stond het repertoire van het koor onder invloed van het romantische genre. Langzamerhand werd omgeschakeld naar de klassieke koorkunst van Palestrina, Schütz, Bach e.a. De kwaliteit van de koorzang ging mee omhoog, en weldra kwamen ook aanbiedingen tot optreden buiten Bilzen binnen. Het eerste 'buitengaats' concert vond plaats op uitnodiging van het koor 'Schoonheid' te Genk. Onder het motto 'Nieuwe Lente, Liefde is menselijk'. Dat was maart 1958. In maart 1959 behaalde het koor een grote onderscheiding op de provinciale koortoernooien. In 1960 werd overgegaan tot het oprichten van een 'favorietkoor' in de schoot van de groep: de besten uit het gemengd koor verbonden er zich toe wekelijks een tweede oefenstonde bij te wonen. Het werd een homogene groep, die zich hoofdzakelijk toelegde op het zingen van oude polyfonie en weldra ook de instrumentale muziek ging beoefenen in het blokfluiten- en vedelensemble 'Miniatuur'.

    In 1961 nam het Bilzers Gemengd Koor voor de tweede keer deel aan de Provinciale Koortoernooien te Genk. Het behaalde - ditmaal in de eerste afdeling -  een grote onderscheiding.

    Na het welgeslaagde 'Passieconcert' van 1962, dat fel in de smaak viel, besloot het koor daarvan een vaste traditie te maken. Daarmee werd reeds vorig jaar een hoogtepunt bereikt met de creatie van de 'Auferstehungshistorie' van  Antonius Scandellus. De plannen voor 1965-1966 behelzen o.m. de medewerking aan de Basilicaconcerten te Tongeren dit jaar en een lustrumconcert in mei 1966 te Bilzen.   





  • Sobere Mattheus-Passion in Bilzen stijlvol vertolkt

    Mattheus Passion van J.G. Kühnhausen
    Zaterdag 3 april 1971 om 20 u. Sint Mauritiuskerk te Bilzen


    Kapelaan Gathy dirigeerde afscheidsconcert 

    Bij het beluisteren van de beide grote Bach-Passionen kan men zich soms moeilijk van de indruk ontdoen dat de Cantor van Leipzig zich toch enigszins een “concertpubliek” –  weliswaar in de edelste en meest verheven betekenis – voorstelde. Uit Keiser's “Marcus-Passion”, die we tijdens de afgelopen week te Hasselt en Tongeren hoorden, spreekt (zij het met veel terughoudendheid) de “theaterman”, voornamelijk in het plastisch gesculpteerd recitatief.  

    Daartegenover staat de Mattheus-Passion van de cantor van Celle (in de Lünebürger Heide), Johannes-Georg  Kühnhausen, waarvan het ontstaansjaar (rond 1700) het werk een generatie ouder dan Bach's Passion volgens dezelfde Evangelist maakt. Het is een zogeheten “generaalbas-Passion”, die van de eerste tot de laatste noot door het “continuo” wordt begeleid: klavecimbel en cello voor de evangelist, orgel en cello voor de Christuswoorden en koorinterventies – en waarvan het recitatief weliswaar in vrij gecomponeerde eenstemmige stijl staat, doch niettemin uitermate sober en  ingetogen behandeld wordt.

    Met andere woorden Kühnhausens Mattheus-Passion is een echte “gebedspassie”, waarvan de stijl qua uitvoering in hoge mate bepaald wordt door de tenor-evangelist. In de jonge Gentse classicus René Jacobs, vond Bilzen, vorige zaterdag in de Sint Mauritiuskerk, de miraculeuze stem en de soberheid van stijl die aan de vertolking het religieuze karakter verleenden dat Kühnhausen heeft nagestreefd.

    Met trefzekere intuïtie bracht Jacobs aan het strenge recitatief enkele sobere fiorituren aan, die de strakke lijn verlevendigden. Voor de afwezige koortenor Michel Cielen zong hij eveneens “de kleine rollen”, wat zijn aandeel in het geheel van de uitvoering nog verhoogde. In de eveneens jonge Antwerpse bas-bariton Frans Van Eetvelde vond hij een partner die weloverwogen en met fraai geluid de Christus-woorden debiteerde.

    Het Bilzers Koor diende uitstekend de beknopte “turbea” en de weinige koralen, terwijl koorleden Rina Cielen en Lutgard Sleurs uitstekend de ariosa-gedeelten voor hun rekening namen. José Cielen zong een “kleine” partij, Winnie Moermans bespeelde het klavecimbel, Albert Zegers het positieforgel; beide laatste werden begeleid door Paul Hermans, cello. Het aandeel van de instrumentale groep was eveneens van groot belang in de weergave van het geheel.

    Kapelaan Gathy dirigeerde met de hem bekende discretie en efficiëntie. Vooraf liet hij zijn Kamerkoor – wat schuchter – een prachtig Schütz-motet zingen (“Turbabor sed non perturbabor”), terwijl het grote koor versterkt door het meisjeskoor van het H.Graf, een tweetal op de gelegenheid toepasselijke motetten (Lassus, Händl) voordroeg.

    De uitvoering zou volledig herhaald worden in de Magdalenakerk te Brussel, maandag jl. Daarmee kwam dan het einde aan de kooractiviteit van kapelaan Gathy te Bilzen, die onlangs tot pastoor te Dilsen werd benoemd. Met hem durven we hopen dat de koortraditie die hij in 15 jaar met zoveel geduld en onverwoestbare energie heeft opgebouwd, omwille zijn vertrek niet te niet zal gaan en dat het roerige Demerstadje – waar wel een internationaal jazzfestival is leefbaar gebleken – de mensen zal opbrengen om zijn werk voort te zetten.

    C. S.  



    *SilvaticaHistoriek.docArtikel2  
    (Krantenartikel)


  • Paasconcert

    Op donderdag 26 april  1973 om 20.30 u. treedt het Bilzers gemengd koor op o.l.v. dirigent V. Ten Haaf in de St. Mauritiuskerk van Bilzen.

    Het eerste passieconcert van het koor gaat terug tot 1956, jaar van de stichting van het koor, en zonder onderbreking werd dit een jaarlijkse traditie. De veelzijdigheid van het koor wat de muziekgenres betreft, werd in de loop van het voorbije jaar nog sterk opgemerkt door een muziekcocktail in samenwerking met de Lustige Heivinken van Waterschei, Euterpe en de Free Folksound, waar profane volksmuziek van alle tijden ten gehore werd gebracht.

    Het passieconcert zal vanzelfsprekend uitsluitend bestaan uit religieuze muziek: een aantal graag gehoorde passiekoren en -koralen vullen het eerste deel van het concert.

    Sinds de invoering van de volkstaal in de liturgie zijn zeer vele van de vroegere koralen terug zeer populair geworden: hun volkse oorsprong en hun volkse melodie maken de passietijd stemmingsvol. De meest populaire koralen uit de cantate “Siehe das ist Gottes Lamm” van G.P.Telemann worden opnieuw uitgevoerd. Wij vermelden ook het optreden van sopraan Edith Guypers van Zutendaal en van tenor Emiel Noben van Bilzen. Zij brengen respectievelijk aria’s uit cantates en passies van J.S. Bach en H. Schütz.

    Deel II brengt dan de zeer mooie cantate “O Jesu Splendor” van Carolus Hacquart, geschreven voor sopraan, tenor, koor, violen en continuo. Carolus Hacquart werd geboren in Brugge in 1640 en overleed in 1730 in Den Haag waar hij in 1674 zijn “Cantiones Sacrae” liet verschijnen; een bundel geestelijke liederen waartoe ook de cantate “O Jesu Splendor” behoort. De cantate straalt de gelovige geest uit die in de Vlaams Nederlandse baroktijd beleefd werd: levensbevestigend en diep religieus tegelijkertijd. De aria’s van deze  cantate worden eveneens verzorgd door tenor Noben en sopraan Edith Cuypers, laureate van Pro Civitate. De uitvoering stond onder de auspiciën van het cultureel centrum en van het Gemeentekrediet van België waardoor dit concert mogelijk werd.


  • 1976: 20 jaar gemengd koor te Bilzen

    Het volledig 20 jarige leven van een koor weergeven zou onmogelijk zijn, maar toch geven we graag in het kort een schets van wat er in die 20 jaar in Bilzen aan koorleven groeide en bloeide.

    Op 8 mei 1956 onder impuls van E.H. Gathy en enkele vrijwilligers werd de eerste stap gezet tot de vorming van het Bilzers Gemengd Koor.

    Door een intense wekelijkse oefening zagen we al datzelfde jaar het koor voor het voetlicht treden. Om ook aan de studerenden een kans te geven, ging men over tot de oprichting van een kamerkoor dat ’s zaterdags repeteerde. Aanvankelijk zongen zij hetzelfde repertoire als het groot koor, maar geleidelijk ging men over naar een eigen genre.

    Gedurende 15 jaar zwaaide E.H.Gathy de dirigeerstok en beoefende men het klassieke genre.

    Na 15 jaar hard werken kwam er een einde aan de kooractiviteiten van E.H.Gathy die tot pastoor te Dilsen werd benoemd. Als afscheidsconcert dirigeerde E.H. Gathy met de hem bekende discretie de Mattheus Passion. Deze uitvoering werd herhaald in de Magdalenakerk te Brussel.

    De door E.H.Gathy opgebouwde koortraditie werd na 15 jaar voortgezet door V. Ten Haaf.

    In samenwerking met het koor de Oosterster, ook onder leiding van V. Ten Haaf brachten zij o.a. de cantate “Wachtet auf” van Buxtehude. In 1972 zong het Bilzers gemengd koor “Siehe das ist Gottes Lamm” van G.P. Telemann in samenwerking met de jeugdmuziekschool Euterpe o.l.v. E.H. Breemans. Geleidelijk aan gingen zij over tot uitbreiding en aanpassing van hun repertoire. Zo brachten zij spoedig een fijn verzorgde avond met liederen uit de populaire liederenschat van Vlaamse buitenlandse volkskunst, dit in samenwerking met de Heivinken van Waterschei.

    Sinds een tweetal jaar wordt de dirigeerstok gezwaaid door de jonge en bekwame dirigent Herman Luts uit Diepenbeek.

    Naast de jaarlijkse elf juliviering, het opluisteren van de mis op hoogdagen, het jaarlijks concert en het verzorgen van kerstvieringen voor de zieken te St.Truiden en te Munsterbilzen mogen we dit jaar nog meer verwachten van het Bilzers gemengd koor.

    Op 9 april te Dilsen en op 11 april te Bilzen telkens te 20u. bracht het Bilzers gemengd koor, in samenwerking met het huidige koor van hun stichter dirigent E.H. Gathy, een passieconcert. Ter gelegenheid van hun 20-jarig bestaan verzorgt het B.g.k. op 25 april zijn derde radiomis. Dit is een vierstemmige mis nl. “Quatitoni van Da Vittoria” die op paasdag te Bilzen en in november 1986 te Mechelen in de St. Romboutskathedraal zal gezongen worden. Aan de hand van dit alles zien we dat er in Bilzen hard gewerkt wordt om het koorleven hoog te houden. Dit resultaat zou niet bereikt kunnen worden zonder de gezamenlijke inzet van koorleden en bestuur. Dit laatste is samengesteld als volgt: voorzitster Treunen G.; secretaresse J. Raets; schatbewaarder N. Coelmont; bestuursleden  V. Cox en J. Ledent.

    Langs deze weg om wil het Bilzers gemengd koor ook even een oproep doen tot al zijn oud-leden om samen een gezellige avond door te brengen. Dus oud-leden geef even een seintje aan G. Treunen, (Kapelstraat 34, Bilzen) indien u interesse hebt voor deze avond. Zangliefhebbers zijn welkom elke dinsdag van 20 tot 22 u. in de Pabilolokalen te Bilzen. Kapelstraat 34, Bilzen, indien U interesse hebt voor deze avond. 

    Zangliefhebbers zijn welkom elke dinsdag van 20 tot 22 uur in de Pabilolokalen te Bilzen.  



    SilvaticaHistoriek.docArtikel5
    (Krantenartikel)


  • Mis St.-Michiels kathedraal sept 1976

    Bilzers Gemengd Koor te Brussel in “De muzikale zondagen van de kathedraal”

    SilvaticaStMichielsKathedra


    Zondag 12 september 1976 om 10 u. hoogmis om 11 u. recital; telkens in de St.-Michielskathedraal

    Het Bilzers Gemengd Koor o.l.v. Herman Luts, dat dit jaar het 20-jarig bestaan viert en al zovele optredens achter de rug heeft, laat zich zondag horen in de St.-Michielskathedraal te Brussel waar zij in het kader van hun jubileum werden uitgenodigd.

    Na het optreden in St.- Michiels morgen zondag volgen er nog heel wat uitvoeringen in grote kerken en kathedralen van België, wat voor de leden en hun dirigent dan ook een sterke morele steun en motivatie moet betekenen. Trouwens, wie het Gemengd Koor van Bilzen bij de vele optredens in eigen midden mocht beluisteren, zal niet hoeven overtuigd te worden van de muzikale waarde van dit koor.


    10 u. hoogmis in het Nederlands: Missa Quarti Toni – T. da Vittoria*

    Introïtus: gregoriaans

    Graduale: Sumite psalmus -  Joh. Crüger

    Alleluia

    Offertorium: gregoriaans

    Wie schön leuchtet der Morgenstern - J.S. Bach 

    Communio: gregoriaans

    Aria Sebaldina - Joh. Pachelbel

    Sortie: Alleluia - G. Fr. Haendel


    11 u. Recital

    Cantate Domino - Joh. Crüger

    Cantate Domino - H.L. Hassler

    Gloria sei dir gesungen - J.S. Bach

    Was mein Gott will (koraal) - J.S. Bach

    Jesu meine Freude (Koraalvariaties) - J.S. Bach 


    Leiding: Herman Luts

    Kathedraalorganist: Jozef Sluys


    * Dezelfde Missa Quarti Toni van T. Da Vittoria werd door het Bilzers Gemengd Koor o.l.v. Herman Luts met Allerheiligen 1976 in de St.-Romboutskathedraal te Mechelen om 10 u. uitgevoerd. De pontificale hoogmis van 10 u. werd opgedragen door kardinaal Suenens. De bekende organist Flor Peeters, verbonden aan de kathedraal, verzorgde tijdens de mis de “entree, de interludia en de sortie”.



    SilvaticaHistoriek.doc.Artikel-6


  • Lenteconcert maart 1981

    Het Bilzers Gemengd Koor Silvatica, dat, zoals in een eerder gepubliceerde historiek reeds gemeld, gesticht werd in mei 1956 door E.H. Gathy, verzorgde zaterdag jl. in de feestzaal van het Sint-Lambertuscollege te Bilzen een knap, verscheiden en internationaal lenteconcert.

    Vier koren boden aan een geboeid publiek dat de feestzaal méér dan vulde, een gezongen bloemlezing aan van gerenommeerde klassieke werken, pittige volksliederen, waarbij verschillende fijne bewerkingen en dit alles gesteund door vlotte begeleiding aan het klavier.

    Er waren geschenken voor het “zilveren” Silvatica, bloemen en aandenkens voor de gastkoren en een ongedwongen feestvreugde tijdens en na het lenteconcert.

    Dit concert is slechts een van de vele luiken uit de rijke programmatie van het Gemengd koor Silvatica gedurende dit feestjaar. Het werd alvast een schitterende uitvoering tijdens een lauwe lenteavond.

    De avond werd geopend door het Gemengd Sint-Ceciliakoor uit Kortessem, geleid door Lieve Vanvinckenroye. Het Sint-Ceciliakoor zong een selectie uit goede volksliederen, waaruit we al het romantische “Fein sein” en het pittige-ondeugende “Je ne l’ose dire” extra willen aanstippen.

    De stijlvol en uitvoerig samengestelde programmabrochure vermeldde als tweede gast het kinder- en jeugdkoor “De Demerklokjes” uit Hoeselt, onder leiding van Paul Achten en aan het klavier begeleid door Willy Stulens. Na het feestelijke “Nu wij weer samenzijn” en het lyrische “Madonna uit Peru” volgde het vlotte en zeer geapprecieerde “Cockles en Mussels”, een Ierse volkswijs. Bij de daaropvolgende uitvoeringen oogstte “De scharesliep” en “Die Forelle” van Schubert (solo gezongen door Els Crommen) een langdurig applaus.

    Het mannenkoor “Jugendfreunde” uit het Duitse Herborn, geleid door Ernst Schleich, onderhoudt al verscheidene jaren een vriendschappelijke band met het G.K. Silvatica Bilzen. Tijdens hun eerste optreden zaterdag gaf dit zeer selectief samengestelde koor een eerste grootse indruk van kracht en beheersing van zijn stemmen. “Jugendfreunde” bracht voor de pauze vier werken van hoog gehalte en doorzong schijnbaar moeiteloos en met “Schwung” de moeilijkste passages. Verscheidene uitvoeringen werden solistisch gebracht door de voorzitter-tenor van het Jugendfreunde-gezelschap, waarbij het koor in een feilloze harmonie de melodie accentueerde en droeg.

    Tenslotte trad het jubilerende Silvatica-koor voor het voetlicht, geleid door Herman Luts, met aan het klavier Paul Steegmans. Dit vijfentwintig jaar jonge koor mag rustig de trotse vaandeldrager worden genoemd van het muzikale leven in de Demerstad. Feilloos leidde de heer Luts zijn vijftig leden tellend select gezelschap doorheen een keur van volksliederen en operetteklanken. De uitvoering bijvoorbeeld van ‘’k Heb mijn wagen volgeladen”, in een knappe bewerking van Lex Karsemeyer, kreeg een klaterende, verdiende ovatie. Met een meeslepend gevoel voor de echte Weense toonkunst offreerden Herman Lust en zijn koor het publiek Robert Stolz’ “Adieu mein kleiner Garde-officier”. Silvatica besloot met de uitvoering van Straus’ “An der schönen blauen Donau”, waarbij we toch even de indruk kregen dat het koor dit zware koorwerk nog niet volledig onder de knie had. Wel een pluim voor de zuivere klavierbegeleiding door Paul Steegmans.

    Met dit optreden van het zilveren koor uit Bilzen werd het concert besloten, maar niet de feestelijke lenteavond, die bij swingende DJ-klanken, een drankje en een hap moeiteloos het zomeruur achter zich liet.


    F. Appermans     
    (HBvL 28 maart 1981)


© Gemengd Koor Silvatica - BILZEN   - 2011